Herfst en risicovolle paardenweides

weidebeheer herfst

De herfst is een mooi seizoen, maar ook één die enig alertheid vereist gezien met de komst van vallende bladeren ook risico's voor de paardengezondheid meekomen. Risico's die fataal voor je viervoeter kunnen zijn.

In de herfst vallen namelijk de esdoornbladeren en zaden (helikopters worden ze in de volksmond genoemd) van de bomen. In combinatie met weinig gras op de weide, gaan paarden deze bladeren en zaden opeten, met een mogelijke vergiftiging tot gevolg.

De esdoorn is ondertussen bekend als een veroorzaker van de levensbedreigende spierziekte Atypische Myopathie (AM) bij paarden, en bevat de stof Hypoglycine A. Deze stof komt onder andere voor in de bladeren, zaden en vruchten van de gewone Esdoorn (Acer Pseudoplatanus). Uit onderzoek is gebleken dat vooral de zaailingen (een uit zaad ontkiemde plant) van de gewone esdoorn in grote hoeveelheden gevaarlijk zijn voor paarden.

Risicofactoren

In de periode van oktober tot aan de eerste grondige vorst en in de lente, komen de zaailingen naar boven. Wees dus alert op esdoorns in de nabije omgeving, regenperiodes en sterke wind kunnen die bladeren en zaden verspreiden naar nabijgelegen weides. Recente cijfers van de Universiteit van Luik geven aan dat er steeds meer sterfgevallen in de herfst dan in het voorjaar zijn.

Let op weides die praktisch kaalgegraasd zijn en waar de paarden niet tot weinig worden bijgevoerd. Paarden die volledige weidegang hebben, kunnen de gedroogde zaailingen en bladeren van de esdoorn eten. Paarden en pony's van alle rassen en leeftijden kunnen aangetast worden, maar die tot de hogere risicogroep behoren zijn de magere, oude paarden en paarden jonger dan drie jaar.

Preventie

Als je weide onder de risicovolle weides valt, neem dan voorzorgsmaatregelen en verplaats tijdig de paarden en voorzie ze van voldoende ruwvoeder. Als er bomen heel dichtbij de weide staan, kan je overwegen om een deel van de weide af te zetten en zo de afstand tot de bomen te vergroten.

Observeer paarden in nabijheid van esdoorns regelmatig en voorzie ze van extra hooi op de wei. Hark dagelijks bladeren uit het paardenverblijf of doe het met een bladblazer, trek de scheuten handmatig eruit en laat deze niet liggen. Door deze frequent te verwijderen, wordt het risico op vergiftiging enigszins gereduceerd.

In het najaar worden de meeste gevallen van AM gemeld. In dit seizoen is er namelijk een verhoogd risico door afwaaiende bladeren en zaden. Esdoorns die verder van de weide afstaan, kunnen dan ook een risico vormen. Bij een storm kan het dan verstandig zijn de paarden binnen te houden of binnen te zetten tot de afgewaaide takken, bladeren en de zaden zijn verwijderd.

Let in het voorjaar op zaailingen (kiemen en jonge 1-4-jarige esdoorn ‘plantjes’) en verwijder deze, gezien het gehalte hypoglycine A hierin hoog is. Dit kun je onder andere doen door het gedeelte van de weide, waar de zaailingen/spruiten van de gewone esdoorn in voorkomen, te maaien en het maaisel te verwijderen.

Symptomen

De gifstof komt in sterk wisselende concentraties voor en er zijn verschillen tussen individuele bomen, maar ook tussen verschillende delen van dezelfde boom. Meer dan 75% van de aangetaste dieren sterft aan de aandoening en dit meestal binnen drie dagen na het begin van de symptomen.

Let dus op de volgende symptomen: sufheid, stijfheid/harde spieren, rillen, donkere/rode urine, zweten, moeilijke ademhaling, abnormale temperatuur, moeilijkheden met slikken, liggen en moeilijk of niet meer overeind kunnen komen. Er bestaat voorlopig geen remedie en er is ook onvoldoende wetenschappelijk onderzoek beschikbaar. De zeldzame paarden die de ziekte overleven, kunnen wel volledig herstellen. Eventueel houden ze er hartritmestoornissen aan over.

Wat te doen bij paarden met vermoeden van Atypische Myopathie

Schakel onmiddellijk een veearts in voor onderzoek en behandeling en verplaats het paard naar een dichtstbijzijnde stal, schuilplaats of creëer een noodvoorziening. Lopen en transport kan erg veel extra schade aan de spieren geven. Verplaats het paard daarna het liefst zo weinig mogelijk en neem de temperatuur op. Geef hem zoveel mogelijk rust, een warme dikke bedding om op te liggen en gebruik eventueel een deken tegen onderkoeling, wrijf je paard droog bij overmatig zweten. Bied je paard in die tussentijd kleine porties voeding aan en houd onbeperkt water ter beschikking tot de veearts komt. Haal ook de andere paarden van de weide af, observeer ze drie dagen en ga voor een bloedcontrole.

Stalmanager zelf proberen?

14 dagen proberen zonder verplichtingen.