Risico's van weidegras in de lente

weidebeheer tips voeding

Paarden die 24/7 in de wei staan tijdens de winter en in de lente wanneer het gras groen begint te worden, hebben minder problemen dan paarden die plotseling kennis maken met gras. Het darmmicrobioom heeft hier namelijk de tijd om zich geleidelijk aan de veranderingen aan te passen.

Daarnaast kunnen bepaalde paarden ook een probleem hebben bij de overgang van een vezelrijk dieet van hooi of volgroeid gras naar weelderig gras, dat een veel lager vezelgehalte heeft. Gebrek aan vezels kan darmklachten veroorzaken. Laten we eens kijken naar enkele veelvoorkomende problemen die samen met het sappige groene lente gras kunnen ontstaan.

Koliek 

Toegang tot grasland wordt over het algemeen geassocieerd met een verminderd risico op koliek. Als het echter om lentegras gaat, neemt het risico op koliek toe, voornamelijk als gevolg van veranderingen in de gastro-intestinale omgeving als gevolg van overconsumptie. Er doen zich problemen voor omdat het hoge koolhydraatgehalte van weelderig gras een snelle fermentatie van vezels in de dikke darm kan veroorzaken, waardoor het microbiële evenwicht wordt verstoord en overmatige gasproductie wordt veroorzaakt. Bij elke verschuiving in de microbiële populatie van het spijsverteringskanaal kan een toename van gasproducerende microben optreden. De microben die suikers en fructanen fermenteren, produceren grote hoeveelheden gas. "Als er een goede doorstroming is naar het spijsverteringskanaal, wat vaak het geval is bij vochtig lentegras, zal het gas gemakkelijk worden verdreven, hoewel het een licht ongemak kan veroorzaken. Dit is een van de redenen waarom veel eigenaren hooi aan paarden aanbieden terwijl ze weelderig weidegras consumeren. Een graasmuilkorf gebruiken om de consumptie van het verse gras te vertragen is hierbij ook nog een optie.

Houtkauwen

Paarden kauwen vaak op hekplanken of scheuren schors van bomen om meer vezels binnen te krijgen. Door het eten van onverteerbaar hout, kan mogelijk als gevolg van harde ontlasting wat in de darmen achterblijft, koliek ontstaan. Doorgaan met het aanbieden van hooi aan paarden in de wei om ze meer vezels te geven is meestal genoeg om houtkauwen te ontmoedigen.

Hoefbevangenheid

Verschillende werkingsmechanismen kunnen hoefbevangenheid veroorzaken, afhankelijk van het individuele paard en zijn gevoeligheid. Wanneer een paard lentegras consumeert, omzeilt een deel van de suiker daarin de spijsvertering in de dunne darm en komt terecht in de dikke darm. Dit produceert een hoeveelheid van lactaatproducerende bacteriën die de suiker en fructanen snel fermenteren. Het bijproduct van deze fermentatie zorgen voor toenemende hoeveelheden melkzuur, die de pH van de dikke darm verlagen. Als de pH in de dikke darm daalt, sterven andere microben af, waardoor endotoxinen, reactieve amines en exotoxinen in de bloedbaan vrijkomen. Deze kunnen de bloedsomloop nadelig beïnvloeden, ontstekingen verhogen en de membranen in de hoeven aantasten, waardoor hoefbevangenheid ontstaat.

Losse mest

Een verandering in mest komt vaak voor wanneer paarden lentegras consumeren. Vanwege het verhoogde watergehalte van grassen, dat kan oplopen tot 85%, zal de mest dun en groen worden (net als de substantie van een koeienvlaai). Paarden kunnen hiervan pathologische diarree krijgen, vooral als ze zonder acclimatisering volledige toegang krijgen tot lentegras.
Een veilige overgang naar lentegras heeft dus een goede planning nodig. Paarden die niet gewend zijn aan lenteweide kan je geleidelijk laten acclimatiseren door meer en meer weidegang per dag toe te staan en de rest van de dag hooi te voeren. Begin met 20-30 minuten blootstelling op de eerste dag van beweiding en verhoog vervolgens elke één tot twee dagen met 30 minuten. Overleg altijd met een dierenarts wanneer er drastische veranderingen optreden in de mest van een paard, vooral als deze waterig is en langer dan een dag of twee aanhoudt.


Stalmanager zelf proberen?

14 dagen proberen zonder verplichtingen.